maandag 25 augustus 2014

Vakantietijd



Om elf uur 's avonds:
"Mijn hond heeft al een week last van oorontsteking, kan ik langskomen?" "Morgenochtend? Maar we gaan morgenochtend op vakantie. Kan het niet nu?"

Aan de telefoon tegen de assistente:
"Ik pas op de kat van de buren en nu kijkt hij een beetje raar." "U heeft meer informatie nodig om te bepalen of het spoed is? Tsja... nou ja... hij kijkt gewoon anders dan anders, een beetje raar. Maar moet ik nou langskomen of niet?"

Ook gehoord:
"Ik let op het konijn van een vriendin omdat ze op vakantie is, en nu heeft het konijn al zo'n vijf dagen niet gegeten. Kan ik dit nog even aankijken?"

Fijn zo'n oplettende oppas:
"Ja ik kom nét terug van vakantie en ik zie dat mijn kat haar halsbandje om haar voorpoot heeft gezeten. Het lijkt een wat oudere wond dus het heeft waarschijnlijk al een paar dagen zo gezeten. De buurman die haar eten geeft heeft het blijkbaar niet gemerkt."

Erg frustrerend:
"Hoi hoi, ik pas op het huis en de hond van mijn tante en nu is de hond opeens heel benauwd, wat moet ik doen?" "Meteen langskomen? Maar ik ben pas zeventien en heb geen rijbewijs of auto." 

Ja... het is weer vakantietijd.






maandag 18 augustus 2014

Too close



Bij de introductiedag van de studie Diergeneeskunde kwam ik ze nog wel eens tegen. Mensen die zeiden: "Ik wil graag dierenarts worden omdat ik liever met dieren dan met mensen werk". Een interessante gedachte, want als er een beroep is waar je veel met mensen moet werken, dan is het wel als dierenarts. Fikkie en Poekie komen immers niet op eigen initiatief naar de praktijk toe. Laat staan dat ze je kunnen vertellen wat er met ze aan de hand is. Juist het contact met allerlei soorten mensen is een van de dingen die ik zo leuk vind aan het beroep, maar soms komen mensen toch íets te dichtbij...

Tijdens een consult heb ik in ieder geval altijd de behandeltafel die ik als een fysieke barrière tussen mij en de eigenaar kan opwerpen. Maar de zestig centimeter die deze tafel breed is, voorkomt soms niet dat ik alsnog bijna bedwelmd wordt door sterke parfums of -erger- sterke lichaamsgeuren. De shaggeur die sommige verstokte rokers uitwasemen, beneemt me af en toe letterlijk de adem. Ook is wel eens voorgekomen dat ik een compleet consult alleen maar door mijn mond durfde te ademen. De man tegenover mij verspreidde namelijk zo'n penetrante zweetgeur dat ik bang was dat ik anders een kokhalsreflex niet zou kunnen onderdrukken.

Daarnaast hebben veel mensen de neiging om, in hun bezorgdheid om hun dier, het beest dusdanig vast te grijpen dat het uitvoeren van een lichamelijk onderzoek voor mij zo goed als onmogelijk wordt. Een blik van verstandhouding richting de assistente is dan meestal genoeg om mij uit deze lastige situatie te redden. Doortastend maar beleefd nemen ze het dier dan van de eigenaar over zodat ik deze tenminste goed kan onderzoeken. Echter, daarin schuilt wel weer een risico voor de assistentes...

In een poging om ze gerust te stellen, blijven sommige eigenaren namelijk stug hun dier aaien. En niet zelden gebeurt het dat ze daarbij  ook per ongeluk de assistente aan het aaien zijn. Tijdens stages en in de co-schappen heb ik het zelf ook mogen ervaren, en ik kan je vertellen dat het bijzonder ongemakkelijk is als een wildvreemde minutenlang je hand aan het strelen is.

Dus op zo'n moment is het dan weer mijn beurt om ze uit deze benarde situatie te redden.

maandag 11 augustus 2014

Alleen...



"Hee Marjolein, er komt een spoedpatiënt naar de praktijk toe. Ik vrees dat het een maagtorsie is, mag ik jou bellen als ik meer hulp nodig heb?" Het is een aantal jaar geleden, ik ben op dat moment nauwelijks een jaar dierenarts. Aan de andere kant van de lijn antwoordt collega Marjolein met een slaperige stem: "Tuurlijk, gewoon bellen als je er niet uit komt hé!"

De klok geeft half twaalf aan en ik ben net uit mijn bed gebeld door een ongeruste eigenaar. Haar hond had opeens een bolle buik en probeerde te braken. Maar er kwam niets uit, alleen een beetje helder slijm. Toen ze vervolgens vertelde dat het een Duitse Herder was, gingen de alarmbellen in mijn hoofd af. Heel hard. 

Hoewel ik met heel mijn hart hoop dat het niet zo is, kan ik er met deze symptomen niet omheen. Een maagtorsie. Door een onbekende oorzaak zwelt de maag van een hond op, om vervolgens om zijn as te gaan draaien (of omgekeerd, daar is de wetenschap nog niet uit). Hierdoor wordt de bloedafvoer van de maag afgesloten terwijl de toevoer gehandhaafd blijft, met levensbedreigende gevolgen. 

Aangekomen op de praktijk blijkt de patiënt nog niet gearriveerd. Terwijl ik op ze wacht, neem ik in mijn hoofd alvast alle stappen door. Ik weet de theorie, maar heb alleen ooit tijdens een stage een maagtorsie meegemaakt. En nu sta ik er alleen voor. Nou ja alleen, gelukkig is collega Marjolein mijn achterwacht en kan ik haar bij problemen bellen. 

Ik hoor het grindpad voor de praktijk knarsen. Niet veel later gaat de bel en staan twee bezorgde eigenaren met herder Skippy voor de deur. Wanneer de hond op tafel staat doe ik gauw wat testjes en maak röntgenfoto's. Geen twijfel mogelijk, het is inderdaad een maagtorsie, we moeten snel handelen. 

Door de adrenaline sta ik helemaal op scherp. Supergefocust volg ik het protocol dat ik tijdens mijn studie in mijn hoofd heb gestampt. Tot ik op een punt kom waar ik vastloop. Ik besluit mijn hulplijn in te schakelen en bel Marjolein.
Haar telefoon gaat over maar ze neemt niet op... Ik probeer haar andere nummer, deze wordt ook niet opgenomen. Waar ik tot nu toe de situatie prima onder controle had begin ik nu nerveus te worden. Collega Ron is op vakantie, dus besluit ik Constance te bellen. Op het moment dat ik gelijk haar voicemail krijg, dreig ik echt in paniek te raken. Ik heb nu echt even advies van een ervaren dierenarts nodig! 

Dan plopt er een idee in mijn hoofd. Zal ik de buurtcollega dan maar bellen? Eigenlijk is dat wel het laatste wat ik wil doen. Normaal is hij al nooit te genieten, dus zo 's nachts zal het wel helemaal rampzalig zijn. Maar als ik geen actie onderneem zou het voor Skippy nog wel eens slecht kunnen aflopen... Ik haal diep adem en toets het nummer van de buurtcollega in. In tegenstelling tot de rest neemt hij wel op. 
Na mijn miljoen excuses voor het bellen op het late tijdstip, leg ik de situatie uit. Hij bromt wat instructies terug en hangt op. Ik ga aan de slag en voer de verdere procedure zonder al te veel problemen uit. Skippy is stabiel maar de situatie blijft toch kritiek. 

De volgende ochtend blijkt dat het al weer een stuk beter gaat met Skippy, hij heeft de nacht goed doorstaan. En Marjolein? Die was blijkbaar zo diep in slaap gevallen dat ze de telefoon die nacht niet meer heeft gehoord. Het schuldgevoel is van haar gezicht af te lezen. Helemáál als ik vertel wie ik uiteindelijk heb moeten bellen...

maandag 4 augustus 2014

Sprakeloos



Opeens zit ik rechtop in mijn bed met de dienstmobiel in mijn hand. De herkenbare ringtone schalt door mijn slaapkamer en op het scherm staat een voor mij onbekend nummer. Terwijl ik naar het oplichtende scherm van de Nokia kijk, zie ik dat het midden in de nacht is.
Ik klik op de groene toets om op te nemen. Dan pas merk ik hoe diep de slaap was waar ik bruut uitgetrokken ben. Want terwijl ik de telefoon tegen mijn oor houd, lukt het me niet om te spreken. Ik ben zo gedesoriënteerd dat het me echt niet lukt om te bedenken wat ik nu moet zeggen.

Ik houd de telefoon weer voor me en kijk naar het scherm, alsof daar de oplossing zal verschijnen. "Hallo?" hoor ik zachtjes aan de andere kant van de lijn. Blijkbaar is dat voldoende om me net iets meer naar het bewustzijn te trekken. Ik breng de telefoon weer naar mijn oor een zeg moeizaam de naam van de kliniek waar ik werk.

Ik luister naar de stem aan de andere kant van de lijn en besluit dat dit niet een spoedgeval is. Echter, de vrouw aan de andere kant van de lijn is zo overstuur dat ik haar toch maar naar de kliniek laat komen. Wanneer ik vijf minuten later, letterlijk duizelig van de slaap, mijn kleren probeer aan te trekken, denk ik bij mezelf: "Morgen zoek ik een kantoorbaan."