maandag 22 december 2014

Muizenjacht

"Ieh! gadver!" Vanuit onze kantineruimte klinkt een gil van assistente Leonore. Als ik aan kom lopen om polshoogte te nemen, zie ik haar bij mijn tas staan. "Nou, dat wordt geen chocolade vanmiddag bij de thee. De muis was in je tas gekropen en zat aan de reep te knagen. Dat beest is echt brutaal geworden."
Ik vis de aangevroten reep uit mijn tas en mik 'm boos in de prullenbak. Ik vind dieren echt heel leuk, maar als je aan mijn chocoladereep komt is het oorlog!

Sinds een tijdje wordt onze praktijk geterroriseerd door een muis. Eerst smulde hij alleen nog 's nachts heimelijk van de pakken hagelslag, maar toen die achter slot en grendel verdwenen werd hij noodgedwongen steeds brutaler. Uiteindelijk leek hij voor niets en niemand meer bang en scharrelde rustig rond als wij onze administratie aan het bijwerken waren of zaten te lunchen.

Muizengif was geen optie omdat een aantal collega's hun hond soms naar de praktijk meenemen. Als die het gif per ongeluk binnenkrijgen kan dat levensgevaarlijke inwendige bloedingen veroorzaken. De muisvriendelijke val die vervolgens werd aangeschaft bleek een lachertje voor de muis. Het eten verdween elke avond uit de val, net als de muis.

"Ik denk dat we toch zwaarder geschut nodig hebben" verzucht ik tegen collega Marjolein. "Ik heb nog van die old-school klapvallen. Niet muisvriendelijk, wel effectief!" antwoordt ze.

En zo zit ik de volgende dag met collega Constance over de muizenvallen gebogen. Met gevaar voor eigen vingers zetten we de vallen. Het lokaas bestaat uit pindakaas met hagelslag. Knappe muis die dat weet te weerstaan. "Het is ergens wel gek" merkt Constance op. "De ene dag staan we in onze spreekkamer een muis te behandelen en nu zijn we vallen aan het plaatsen. Het zijn huisdieren en ongedierte tegelijk."

Wanneer ik een uurtje later toevallig door onze kantineruimte loop hoor ik een van de vallen afgaan. Eerst denk ik dat hij per ongeluk is afgegaan door de trillingen van de vloer. Maar als ik goed kijk zie ik dat er een muis in zit. Snel ren ik naar de spreekkamer om wat euthanasaat halen om 'm uit zijn lijden te verlossen. Maar het is niet nodig, hij is al dood.

Assistente Daphne komt net aanlopen als ik de dode muis voorzichtig uit de val haal. Grappend zegt ze tegen mij: "Nou, ik denk wel twee keer na voordat ik chocolade van jou pik!"


maandag 15 december 2014

Ssssst!




Ik houd van structuur, helemaal in mijn werk als dierenarts. Daarom voer ik het lichamelijk onderzoek van mijn patiënten altijd uit volgens het protocol dat ze er op de faculteit ingestampt hebben. Ik denk dat ik zelfs (slaap)dronken nog in staat ben om de volgorde foutloos op te dreunen.

Een belangrijk onderdeel van dit onderzoek is het beluisteren van het hart en de longen. Geconcentreerd luister ik deze twee belangrijke organen na. Hoor ik daar een subtiel ruisje, of was dat toch de ademhaling? Klinken de longgeluiden niet anders dan normaal? Klopt het hart wel regelmatig? 

Jammer is dat eigenaren vaak niet door hebben dat een beetje stilte op dit moment wel gewenst is. Op het moment dat ik mijn stethoscoop tegen de borstkas druk, besluiten ze essentiële informatie door te geven of beginnen allerlei vragen te stellen. Welke ik dus enkel als een vaag achtergrond gemurmel hoor. Bijzonder onhandig, dus heb ik door de jaren heen verschillende strategieën uitgeprobeerd...


  • Negeren. Als ik niets terug zeg dan merken ze vanzelf toch wel dat ik ze niet kan verstaan?
  • Opkijken, stethoscoop uit mijn oren halen, en met mijn vriendelijkste glimlach zeggen "Sorry, maar ik kan u even niet zo goed horen.
  • Van te voren aankondigen dat ik hart en longen ga naluisteren en dat het daarvoor even rustig moet zijn. 
De eerste optie was totaal geen succes. Door de spanning van het bezoek aan de dierenarts (ja, óók de eigenaren hebben daar last van) hadden de mensen totaal niet door dat ik hun vragen niet beantwoordde en bleven onverstoord tegen mij aan kwekken. 

Dus besloot ik de tweede tactiek uit te proberen. Het gevolg was alleen dat ze -ondanks dat ik het op mijn liefste toon zei- daarna zolang nog excuses sputterden ("Oh sorry. Ik had het echt niet door. Zo stom van mij!") dat ik alsnog niets kon horen. 

Dus nu vraag ik van te voren of het heel even stil mag zijn. En, het lijkt te werken. Ok, afgezien van de keren dat mensen hun losgeslagen kinderen hebben meegenomen. Maar daar werkt überhaupt weinig tegen. 


Voor de meelezende dierenartsen: Hoe zorgen jullie voor een beetje rust tijdens de auscultatie?




maandag 8 december 2014

Verkeerde flesje


Terwijl Border Terriër Jack blij de spreekkamer komt binnenrennen, kijkt zijn eigenaresse een stuk minder vrolijk. Na haar bezoekje aan de supermarkt trof ze haar hond Jack te midden van een hele berg versnippert Sinterklaaspapier aan. "Ik had chocoladeletters gekocht voor mijn kleinkinderen en nadat ik ze verpakt had, heb ik ze bovenop het dressoir gelegd. Ik had nooit gedacht dat hij daar bij zou kunnen komen!" vertelt ze me.

Maar als het om eten gaat, is de hond Jack blijkbaar erg vindingrijk, want op een of andere manier is het hem toch gelukt om twee chocoladeletters te pakken te krijgen. Nadat hij de verpakking compleet gesloopt had, heeft hij ze tot de laatste kruimel opgegeten.

Ik kijk een beetje zorgelijk. Chocolade is giftig voor honden en Jack heeft een fikse hoeveelheid binnen gekregen. Gelukkig is zijn baasje er vlug bij, nu kunnen we via een injectie een braakreflex opwekken voordat de stof theobromide in zijn bloed wordt opgenomen.

Na de hond nauwkeurig gewogen te hebben, bereken ik hoeveel ik moet inspuiten. Op het moment dat ik de vloeistof in mijn naald opzuig, flitst er even door me heen dat het wel moeizamer gaat dan normaal. Net of de vloeistof stroperiger is. Vervolgens zoek ik een bloedvat op en spuit voorzichtig het middel in het bloedvat. Voor de tweede keer merk ik dat het me veel meer moeite kost dan ik gewend ben.

Een fractie van een seconde later schrik ik me kapot en trek gauw de naald uit het bloedvat. Ik krijg het acuut warm wanneer ik het flesje er weer bij pak en nog eens goed naar het etiket kijk. We hebben sinds kort een nieuw medicijn in de praktijk, welke in een bijna identiek flesje zit. En ik heb het verkeerde flesje te pakken...

Met een zo neutraal mogelijk gezicht leg ik kalm de situatie uit aan de eigenaresse. Ik wil niet liegen, maar als ik nu de paniek zou uitstralen die ik van binnen voel, dan raakt zij helemáál overstuur. Ik laat haar even plaatsnemen in de wachtkamer en bel met de fabrikant van het middel. Wanneer die aangeeft dat er gelukkig geen enkel gezondheidsrisico is, voel ik de spanning in mijn lichaam afnemen. Als ze vervolgens vertelt dat ik absoluut niet de eerste ben die per ongeluk deze fout heeft gemaakt, kan ik zelfs weer een beetje glimlachen.

Nadat ik de telefoon opgehangen heb, roep ik Jack en zijn baasje naar binnen. Ik leg haar uit dat er gelukkig geen bijwerkingen van de verkeerde injectie verwacht hoeven te worden en we gaan verder met de behandeling van haar hond. Wanneer ik vervolgens, na honderd keer het flesje gecontroleerd te hebben, het juiste middel inspuit, braakt Jack na enkele minuten alle chocolade uit. Onvoorstelbaar dat zo'n klein hondje zoveel chocolade kan opeten!

Als ze niet veel later de praktijk verlaten, verzin ik samen met de assistente een systeem hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen. Want zoiets mag nooit meer fout kan gaan.